De laatste week - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Kirsten Post - WaarBenJij.nu De laatste week - Reisverslag uit Paramaribo, Suriname van Kirsten Post - WaarBenJij.nu

De laatste week

Door: Kirsten

Blijf op de hoogte en volg Kirsten

01 Juni 2016 | Suriname, Paramaribo

Hallo allemaal,

Dit is hem dan. De laatste reisblog. Mijn laatste week in Suriname is inmiddels aangebroken. Donderdag ben ik voor het laatst uit geweest in Suriname. Toch een vreemd idee dat je hier misschien wel nooit weer komt. Inmiddels is het zusje van Melanie ook aangekomen in Suriname. Erg gezellig! Het is leuk om te zien hoe andere mensen Suriname voor het eerst ervaren.

Mijn laatste week in Suriname is goed gevuld. Zaterdag en zondag ben ik naar Bigi Pan geweest. Ik wou al graag naar Bigi Pan. Gelukkig kon ik nog op het nippertje bij deze groep aansluiten. We waren uiteindelijk met een groep van dertien meiden en onze begeleider, Chico. Zaterdagochtend zijn we opgehaald door een taxibusje. Hier passen normaal zo ongeveer dertig man in dus wij hadden lekker de ruimte. Het was een lange rit naar het uiterste puntje rechts bovenin Suriname. Via Coronie zijn we eerst even gestopt in Nickerie. Coronie en Nickerie zijn districten, wat bij ons ongeveer provincies zijn. In Nickerie hebben we de oceaan kunnen bewonderen vanaf een dijk. In Nickerie hebben zich in het verleden de boeroe’s gevestigd. Dit zijn boeren uit Nederland die naar Suriname kwamen om hier het land te bewerken. Zij hebben een dijk gebouwd zodat het land niet steeds zou overstromen. Ik waande me al haast een beetje in Nederland. Na de korte stop hebben we nog even een plaspauze gehouden en toen zijn we gauw door gegaan naar nieuw – Nickerie, waar we de boot hebben gepakt. Met de twee bootjes was het nog ongeveer een uurtje varen, door het moeras, naar Bigi Pan. Bigi Pan betekent letterlijk grote pan. Het meer heeft de vorm van een pan. Midden op het meer staan een aantal hutjes op palen. Dit was ook onze verblijfplek. Het meer is erg groot dus ik ging er automatisch vanuit dat het ook erg diep was. Niets is minder waar, het was maar 1,20 m diep. Verzuipen kun je er dus niet. We werden heel hartelijk welkom geheten door de onze gast familie zoals ik het maar even noem. Zij gaan elk weekend naar Bigi Pan om het verblijf te verzorgen van de gasten. Eenmaal aangekomen hebben we ons maar eerst geïnstalleerd; de spullen uitgepakt en de hangmatten opgehangen. We waren uitgehongerd en kregen bitterballen en loempia’s. De Surinaamse bitterballen zijn gevuld met kip en niet met ragout. Ik geef toch de voorkeur aan de Nederlandse. Na een uurtje gerelaxt te hebben gingen we de boot weer in. In maart en april stikt het in Bigi Pan van de rode ibissen en flamingo’s. Helaas waren wij een beetje buiten het seizoen. Toch was het natuurgebied er niet minder mooi door. Ik heb gelukkig wel een aantal rode ibissen gespot. De gids wist ons van alles te vertellen over het mooie natuurgebied. Het water heeft de kleur van cola. Dit komt door alle gewassen die rond het meer groeien. Toen het donker begon te worden rond 19u zijn we weer richting huis gegaan. We kregen het een beetje koud. Daar stond een heerlijke maaltijd op ons te wachten. Je kunt echt merken dat Suriname een eetcultuur heeft. Er is altijd teveel onder het mom van beter teveel dan te weinig. Er was gegrilde kip met groenten, kippenvlees aan bot, rijst, bami en allerlei vruchten als toetje. Ik had mijn buikje vol gegeten en ben toen in slaap gevallen in mijn hangmat met uitzicht op het meer. Een uurtje later werd ik wakker gemaakt door de bootsman of ik nog meer ging kaaimannen spotten. Hij zat me hier al de hele dag mee te pesten nadat ik hem het verhaal had verteld over mijn vorige ervaring met een kaaiman. Deze heb ik toen bij Erik in de schoot geworpen. Maar ik ben wel mee gegaan! En ik ben blij dat ik dat heb gedaan. Het spotten van kaaimannen is niet zo moeilijk. Als je met je zaklamp op hun ogen schijnt lichtten deze rood op. Het verschil met deze kaaimannentocht is dat deze bootsman hem met zijn blote handen ving. Hij moest echt sluipen en wij moesten muisstil zijn. Bij de tweede was het al raak. Aangezien ik dit beestje niet ook een hersenschudding wou bezorgen heb ik hem maar niet vastgehouden. Verder hebben we ook nog een slang gezien. Hiervan lichtten de ogen namelijk ook op als je er met een zaklamp op schijnt. Hierna zijn we ook weer richting onze hut gegaan want het was al laat. Toen begon het feest pas. Op het meer komen namelijk veel vliegende vissen voor. Af en toe springen die gewoon per ongeluk in de boot. Tot grote hilariteit van de bootsman. Je ziet namelijk de vis niet aankomen. Iedere keer als er weer een vis in de boot belandde gilde iedereen het uit. Je hoort hem namelijk spartelen en als je hem probeert te pakken spartelt hij nog veel harder. Uiteindelijk hebben we vijf vissen in de boot gehad en ook weer in het water vrij gelaten. De sterrenhemel was trouwens erg mooi. Het is erg helder hier en ik zie veel meer sterren dan in Nederland. Eenmaal terug zijn een aantal meiden nog spelletjes gaan doen onder het genot van een Borgoe cola.
Ik ben lekker gaan slapen met nog een paar meiden. Zoals altijd werkt de zeelucht goed, ik was zo weg. Ik werd de volgende ochtend pas om 9u wakker voor het ontbijt. Ook dit was weer erg lekker en erg uitgebreid. Ik heb drie boterhammen met gebakken ei gehad en lekker vers fruit. Douchen en naar de wc gaan hebben ze hier erg slim aangepakt. Je doucht met regenwater dat ze opvangen in een soort silo. Douchen is het trouwens niet echt je krijgt een emmer water met een kleiner bakje om te scheppen. Papa en mama, als jullie dit lezen: zie je wel dat ik ook met weinig water kan douchen. Toch geef ik de voorkeur aan een warme straal. De wc’s zijn ook erg netjes. Ze worden gespoeld met het water uit het meer. Erg milieubewust allemaal. Dit hutje is trouwens zelf gebouwd door de bootsman. Erg knap!
Na het ontbijt was het tijd voor vissen. Iedereen heeft zich in de bikini gehesen en na een dikke laag zonnebrand opgesmeerd te hebben zijn we het meer opgegaan. Hier hadden de bootsmannen al een visnet uitgehangen dat nu vol zat met krabben en vissen. Hier was ik ook niet zo’n fan van. Ik was gelukkig niet de enige. De helft van de meiden is in de boot blijven zitten en de andere helft is gaan helpen met het bevrijden van de vissen uit het net. De krabben moest je echter niet aanraken. De bootsman heeft ons dit uitgelegd. Bij het pakken van de krab breekt hij direct de scharen van de krab. Dit is wel terwijl hij nog leeft. Het klinkt erg dieronvriendelijk maar als je gepakt wordt door zo’n beest krijg je een soort koorts die erg gevaarlijk is. De bootsman was wel zo slim dit te vertellen toen iedereen weer in de boot zat. De meiden waren iets minder blij. Na het vissen zijn we naar ons beloofde modderbad gegaan. Dit was echter niet zoals ik het had verwacht. Ik had een vlakte verwacht waar je door de modder kon rollen. Het was echter gewoon het meer. Door de vele regenval de afgelopen tijd staat het water hoger. Toen ik uit de boot ging zakte ik direct tot mijn knieën in de blubber en dan bedoel ik ook echt blubber. Erg vies gevoel waar je wel even aan moet wennen. De bootsmannen gingen voor ons onder water en toen we eenmaal onder de klei zaten voelde het heerlijk. Je moest het laten opdrogen op je huid en dan weer afspoelen. Toch mooi dat de natuur dat zo gratis voor je aflevert. Hierna is iedereen zich gaan wassen en toen zijn we gaan inpakken. Het weekend is snel voorbij gegaan. Op de terug reis hebben we nog mogen genieten van vers kokos sap. Een man langs de weg hakt ter plekke een kokosnoot voor je open. Dit is niet een typische bruine, harige, kokosnoot. Zo zien ze er pas uit als ze overrijp en oud zijn. Dan is de kokos zoals wij hem kennen op zijn best. Uit de jonge kun je alleen het sap drinken. Deze zijn glad en groen/geel gekleurd van de buitenkant. Om ongeveer 19u was ik weer thuis aan de Walapastraat. Toen heb ik nog gauw de was gedaan en ben lekker gaan slapen.

De volgende morgen hebben Inge en ik eerst nog een aantal dingen geregeld voor ons onderzoek. Rond 11u zijn we opgehaald door Piet om naar Galibi te gaan. Piet is van Jenny Tours waar wij meerdere trips mee hebben gedaan. Het zou zo ongeveer anderhalf uur rijden zijn naar Albina. We zijn over de grote brug naar Commewijne gegaan. Vanaf deze brug had je een mooi uitzicht over Paramaribo. Onderweg zijn we nog gestopt bij een monument. Hier zijn tijdens de binnenlandse oorlog 38 vrouwen en kinderen doodgeschoten door het leger. Het leger dacht dat Ronnie Brunswijk zich in Moengo, zo heet het plaatsje, verscholen hield. Ze zijn het dorp gaan uitkammen en op het moment dat ze wilden vertrekken hebben waarschijnlijk rebellen op het leger geschoten. De dorpsbewoners kwamen toen tussen hen in onder vuur te liggen. Niemand heeft het overleefd. De mannen waren allemaal aan het werk op dat moment dus vandaar dat de slachtoffers alleen vrouwen en kinderen waren. De regering heeft als goedmakertje mooie huizen laten bouwen voor de overgebleven dorpsbewoners. Niemand wil hier echter meer wonen want het dorp is vervloekt sinds deze gebeurtenis. Na deze korte stop zijn we door gegaan naar Albina. Eenmaal hier aangekomen was het nog een uur varen met de boot naar Galibi. Galibi is net een paradijsje. Er ligt alleen maar zand en geen verharde weg of zandweg. Het is net alsof je constant op het strand loopt. Dit stukje Suriname heeft overigens wel een strand hoewel het aan de rivier ligt. Het is het uiterste puntje voor Frans – Guyana. Het bestaat uit twee dorpen: Christaankondre en Langamankondre. Deze leven eigenlijk samen als één dorp. Er wonen hier ongeveer 3000 inwoners. Ze spreken hier ook een ander dialect en verstaan eigenlijk niet goed Nederlands. Het was een klein stukje lopen over het zand naar onze verblijfplaats. We hadden een vierpersoonskamer met allemaal een bed, kussen, laken en klamboe. Best luxe voor Surinaamse begrippen dus. Vaak slaap je gewoon in een hangmat. Toen was het ongeveer 17u en hadden we tijd voor onszelf. Ik heb een beetje in de hangmat van het uitzicht genoten en ben daarna met Melanie en Inge het dorp in gegaan. Hier hebben we ook een djogo gekocht voor ’s avonds. ’s Avonds hebben we kip met rijst en kousenband gegeten. Echt Surinaams! Onze gids kookte iedere maaltijd voor ons. Hij komt zelf uit Galibi en wist ons hier veel over te vertellen. Na het eten ging iedereen lange kleding aan doen. Er waren hier namelijk veel muggen. Wonder boven wonder ben ik niet gestoken. Deze keer was Inge het slachtoffer. Toen was het weer tijd om de boot in te gaan. In het pikkedonker is dat nogal een uitdaging. Gelukkig hadden de bootsmannen goede zaklampen. Met de boot was het ongeveer een uurtje varen naar de kust van Frans – Guyana. Op deze stranden zijn de schildpadden het vaakst te vinden. Eigenlijk is het een beetje illegaal maar het wordt gedoogd door de Frans – Guyanese kustwacht. Ik had verwacht dat het hele strand vol zou liggen met die reuzenschildpadden maar dat was dus niet het geval. Het duurde ook wel even voordat we er een hadden gevonden. Je mag de schildpad alleen benaderen met rood licht omdat hij verblind wordt door wit licht. We zagen al rode lichtjes in de verte en het bleek dat er mensen van de dierenbescherming net bezig waren met een schildpad. Ze gingen hem opmeten en kijken hoeveel eitjes er ongeveer gelegd waren. Dit houden ze allemaal bij omdat het een beschermde diersoort is. Even verderop vonden we er nog een en daar zijn we eerst gaan kijken. Bij het uit de boot stappen behaalde ik natuurlijk een nat pak. Het zal ook weer eens niet. Daarbij was ik vergeten mijn zwemvest uit te doen. Nou ja dan maar met zwemvest en al het strand op. Hield me in ieder geval warm. Het was zo bijzonder om de schildpad te bekijken. Je kon echt merken dat het maken van het nest hem veel moeite kost. Hij haalde diep adem en leek erg te hijgen. We hebben helaas niet kunnen zien hoe ze eitjes legde maar we hebben wel gezien hoe ze het nest onherkenbaar maakt voor stropers. Daarna ging ze de zee weer in. De lederschildpad kan eitjes leggen één keer in de twee jaar. Ze legt ongeveer honderd eitjes per keer maar, maar één schildpadje overleefd het vaak. De schildpad wordt wel zo’n honderd jaar oud en kan eitjes leggen vanaf zijn 35e. De eitjes van de schildpad zijn een delicatesse. De krapé eieren worden verkocht voor ongeveer 2 SRD per stuk. Je hebt echter wel 30 eieren nodig voor een fatsoenlijk gebakken ei. Het leggen van de eieren en het afbakenen van het nest duurt zo’n drie uur. We hebben ongeveer een uur naar de schildpad gekeken. Toen zijn we weer de boot in gegaan richting Galibi. Na te hebben gedoucht voelde mijn bedje toen wel erg lekker aan. ’s Ochtends stond er een heerlijk ontbijt voor ons klaar van fruit en brood met allerlei beleg. Na het ontbijt zijn we het dorp in gegaan. De gids heeft ons van alles uitgelegd. Het centrum van het dorp bestaat uit de polikliniek, de kerk, de recreatiezaal en de school. Op Galibi is alleen een basisschool. Op dat moment was er net pauze dus hebben we daar even rondgekeken. De kindjes waren erg enthousiast om ons te zien en we hebben met ze gespeeld. Ze hebben een schoolplein wat eigenlijk één grote zandbak is met uitzicht op de zee. Had ik dat maar toen ik op de basisschool zat. Na de basisschool moeten de kinderen voor vervolgonderwijs naar Albina. De boot vol met kinderen vertrekt iedere ochtend, weer of geen weer, om half zes. Een vervolgopleiding doen veel kinderen in Paramaribo. Daar zit ook een groot aantal op een internaat. Ook op het internaat waar ik stage heb gelopen woonde een leerling uit Albina. Anders is het gewoon te veel reistijd. Na het bekijken van het dorp was er weer tijd voor jezelf. We mochten grotendeels zelf bepalen wat we wanneer wilden doen. Rond 12u zijn we toen met de boot naar Frans – Guyana gevaren. Het dorpje Saint – Laurent du Maroni ligt precies tegenover Albina aan de andere kant van de grens rivier. Toen we daar aankwamen was het direct een wereld van verschil. Frans – Guyana is een onderdeel van de Europese Unie en krijgt daar dus ook geld van. Het stadje is dus ook veel beter onderhouden. In Frans – Guyana wonen ongeveer 200.000 mensen. Dit zijn er dus nog minder dan in Suriname (600.000). In de tijd van de koloniën gingen alle misdadigers van Franse kolonies naar Frans – Guyana. Hier staat een beruchte gevangenis die wij ook hebben kunnen bekijken. Hier werden alle verbannen mensen heen gebracht en die werden dan na drie maanden naar de Guillotine gebracht. Deze gevangenen hebben eigenlijk het hele dorp gebouwd. Dit was hun dagbesteding in de gevangenis. Er zijn maar weinig gevangenen ontsnapt maar ééntje is beroemd. Dat is het verhaal van Papillon. Hier is ook een film over gemaakt en die is in dit dorp opgenomen. Hij heeft een vlot van kokosnoten gemaakt en is daarmee ontsnapt. De gids wist ons hier eigenlijk weinig over te vertellen. Ik ga hier thuis meer informatie over opzoeken. Na de gevangenis hebben we in het dorpje rondgelopen en daarna zijn we weer in de boot gestapt naar Albina. Met ongeveer tien minuutjes waren we weer in Albina, waar we eerst wat hebben gegeten. Het was inmiddels ook al 16u. Daarna zijn we in twee busjes gestapt en weer richting Paramaribo gereden. Uiteindelijk waren we weer rond 19u thuis. ’s Avonds zijn we lekker uit eten geweest bij het Pannenkoekenhuis.

Woensdag is onze laatste hele dag in Suriname. Wat een raar idee! Ik ben haast een beetje zenuwachtig om naar huis te gaan. Ik besef het denk ik pas als ik in het vliegtuig zit. Woensdag zijn we ’s ochtends naar het casino gegaan. En dan hoor ik je denken, waarom ’s ochtends? We blijven natuurlijk Nederlanders he… Je hoeft niet veel geld in te zetten maar krijgt wel al het eten en drinken inclusief. Dus ik zat om 11u ’s ochtends al aan mijn erwtensoepje. Smaakte heerlijk! Warm eten op rare tijdstippen zit al helemaal in mijn systeem. Verder hebben we nog foto’s gemaakt in de Palmentuin en bij het I LOVE SU bord. Dat hoort er natuurlijk allemaal bij. Het is de laatste avond dus daar gaan we van genieten. Lekker uit eten en cocktails drinken!

Donderdag de laatste boodschapjes doen en spullen inpakken en dan om half 2 met de taxi naar Zanderij. In het begin zei ik dat ik hier waarschijnlijk niet weer zou komen. Ik heb me bedacht. Het lijkt me leuk om over een paar jaar terug te komen om te zien of en hoe het hier is veranderd. Hopelijk is de recessie dan voorbij. Veel Surinamers hebben het moeilijk om rond te komen.

Suriname heeft me veel gebracht. Af en toe had ik het moeilijk maar ik heb hier veel over mezelf geleerd. Vriendinnen van me die ook op reis zijn geweest zeggen dat je de verandering pas echt merkt als je thuis bent. Ik ben heel benieuwd. Ik heb een koffer vol souvenirs en een hoofd vol herinneringen die me genoeg aan Suriname doen denken! Ik zal het nooit vergeten.

Eéntje die ik er zeker in houd: NO SPANG!

Liefs,
Kirsten

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Kirsten

Hallo, Mijn naam is Kirsten en ik volg de lerarenopleiding wiskunde. Hiervoor ga ik voor vier maanden naar Suriname op buitenlandstage als minor. Dit samen met Erik, Melanie en Inge. Op deze blog ga ik voor het thuisfront (en mezelf) een reisdagboek bijhouden. Enjoy! Groetjes, Kirsten

Actief sinds 07 Jan. 2016
Verslag gelezen: 2160
Totaal aantal bezoekers 6809

Voorgaande reizen:

09 Februari 2016 - 02 Juni 2016

Suriname

Landen bezocht: